Op zoek naar het reekalf
Welkom! In dit blog gaan we op zoek naar reekalveren. Het is voor mij inmiddels het derde jaar en ongeveer de zevende keer dat ik dit als vrijwilliger doe. Je eerste gedachte is misschien: “Laat die dieren toch lekker met rust”. Ik zal je uitleggen waarom we dit doen.
Wat is een reekalf?
Een reekalf is het jong van een ree (Capreolus capreolus). Het is een babyree die wordt geboren in het voorjaar of de vroege zomer (mei-juni). Tot het jonge diertje één jaar oud is, kun je het een reekalf noemen.
Reekalf
Dit jonge zoogdier overleeft de eerste weken van zijn leven door onopgemerkt te blijven. Het is een specialist in verstoppen.
Het dier heeft geen geur, waardoor roofdieren het niet kunnen ruiken. Dat maakt het al lastig om gevonden te worden, want veel dieren vertrouwen op hun neus, in tegenstelling tot mensen (en roofvogels) die vooral op zicht jagen.
Ondanks dat het reekalf al binnen een uur na de geboorte kan staan en lopen, kiest het ervoor om de eerste dagen van zijn leven stil te liggen en te verstoppen.
Waarom is een reekalf rood/bruin met witte stippen als het zich moet verstoppen? De kleur is makkelijk te zien.
Om deze vraag te beantwoorden, kijken we eerst naar de roofdieren die wel een lekker reekalf lusten.
Vos & Wolf
Wolven en vossen Zien vooral blauw en geel, maar niet rood of groen.
Een bruine reekalfvacht met witte stippen ziet er voor hen uit in grijstinten, weinig opvallend.
Ze zien minder detail op afstand, maar zijn gevoelig voor beweging.
Wilde zwijnen
Zijn alleseters (omnivoren) en eten ook bodemnesten, eieren en jonge dieren, Ze kunnen reekalf opeten als ze toevallig worden gevonden.
Roofvogels
Veel roofvogels kunnen rood en andere kleuren in het volledige kleurenspectrum zien, vaak zelfs beter dan mensen. Roofvogels zien zelfs ultraviolet (UV) licht wat weer extra voordelen met zich mee brengt. Toch jagen roofvogels niet actief op reekalveren. Zeer zelden wordt geregistreerd dat een zeearend een reekalf naar het nest brengt. Dat reekalf kan net zo goed dood gevonden zijn, in plaats van levend gevangen.
Reekalf
We hebben inmiddels geleerd dat sommige dieren de kleur rood/bruin als grijstinten zien. Daar bij bieden de witte stippen extra camouflagevoordelen.
Spot het reekalf
Reekalf afbeelding zwart wit (links boven)
Reekalf
Volwassen reegeit ♀
Ik zie het zo voor me: een kind vraagt aan zijn opa: “Opa, waar leven reeën?” En opa antwoordt: “Reeën leven in het bos.”
De waarheid is echter dat veel dieren niet alleen in het bos leven. Ze zijn voor hun bestaan ook afhankelijk van andere landschapstypen en maken daar actief gebruik van.
Reeën verblijven graag in gebieden waar ze kunnen rusten en schuilen tussen struiken en bomen. Als het begint te schemeren, gaan ze op zoek naar voedsel. Op zulke momenten zijn ze vaak in open gebieden te zien.
Een ree krijgt per worp meestal 2 kalveren. 1 kalf kan ook. 3 kalveren is zeldzaam. De ree kiest binnen haar leefgebied een rustige en veilige plek om de reekalveren te werpen (werpen = het ter wereld brengen van jongen).
Graslanden zijn bijvoorbeeld een perfecte plek om een reekalf in het hoge gras te verstoppen.
Volwassen ree bok ♂
Reebok
Het reekalf heeft een vader: de reebok. De reebok is na de paring weer vertrokken en speelt verder geen rol in het leven van het reekalf.
Reegeit
Het reekalf heeft ook een moeder: de reegeit. De zorg voor het reekalf ligt volledig bij haar. Ze bezoekt het reekalf een aantal keren per dag om het te voeden. Naarmate het jong ouder wordt heeft het minder voedingen per dag nodig.
Het reekalf drinkt melk die de reegeit aanmaakt en meeneemt in haar uier. Aan dat uier zitten vier spenen (net als bij een koe).
Ik benoem dat even specifiek, omdat de geit 🐐 die we kennen van de kinderboerderij maar twee spenen heeft. Het aantal spenen kan dus per diersoort verschillen.
Wildcamera
De onderstaande YouTube-video toont beelden van een wildcamera. De camera hangt (met toestemming van de bosbeheerder) aan de rand van het bos, gericht op een dassenpijp bij een dassenburcht, in het kader van een dassentelling.
Op deze plek komen regelmatig volwassen reeën voorbij. In dit geval heeft de camera 2 weken gehangen, er was regelmatig een reekalf te zien dat alleen rondliep en blaadjes at.
Hieruit trek ik de conclusie dat reekalf een fase doormaken waarin ze niet meer alleen verstopt blijven liggen, maar dat ze op iets oudere leeftijd ook alleen op een vaste plek gaan rondscharrelen om zelf vast voedsel te zoeken.
Onderaan het beeld is te zien dat het om de maand juni gaat. Naarmate het reekalf ouder wordt, loopt het steeds vaker met de moeder mee.
2 volwassen reegeiten met 1 reekalf.
Ongeveer vier à vijf maanden na de geboorte, in de herfst, is het kalf volledig zelfstandig. De band met de moeder wordt dan losser en uiteindelijk wordt het kalf verdreven of verlaat het zelf haar territorium.
Dieren in het maaiveld
Als je gras gaat maaien, zullen er helaas altijd slachtoffers vallen.
Sommige dieren komen in de maaimachine terecht.
Ook bloemen verdwijnen, en daarmee de nectar die voedsel is voor bijen, vlinders en andere nectarivoren.
Sabelsprinkhaan
Je kunt niet elke slang, kever of muis redden. Je kunt er wel voor kiezen om zoveel mogelijk rekening te houden met de dieren die in het maaiveld leven. Maar hoe doe je dat?
Er zijn ongetwijfeld nog meer manieren, maar hieronder geef ik je alvast een idee van wat er mogelijk is. (Blauwe tekst = link)
Er bestaat bijvoorbeeld maai mei niet.
Er bestaat sinusbeheer.
Er bestaat gefaseerd maaien van slootkanten.
Het maaibeleid van slootkanten heeft ook invloed op wat er in het grasveld leeft.
Denk bijvoorbeeld aan libellen. Je ziet ze wel vliegen, maar ze brengen het grootste deel van hun leven (soms wel drie jaar) door onder water. In elke levensfase zijn libellen afhankelijk van slootplanten.
Zonder een goede structuur van oever- en waterplanten is de kans op succesvolle voortplanting en overleving kleiner, waardoor populaties kunnen afnemen.
Libel larvehuid
De libel kruipt uit de larvehuid en pompt zijn achterlijf en vleugels op. Nadat de vleugels helemaal zijn opgedroogd, kiest de libel het luchtruim. De larvehuid blijft achter, zoals te zien is op de bovenstaande foto. Daarna leven de meeste libellen niet veel langer dan enkele weken.
We kunnen dus vaststellen dat er een hoop leeft in het grasveld.
Omdat er toch op een gegeven moment gemaaid gaat worden, doen veel terreinbeheerders hun best om voorafgaand aan het maaien ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk wild uit het veld is.
Reekalf in het hoge gras
Reekalveren zoeken
Reekalveren zoeken wordt georganiseerd door Natuurmonumenten.
Tegenwoordig worden dieren steeds vaker gezocht door middel van een drone met een warmtebeeldcamera.
Op deze plek wordt niet met een drone gezocht omdat het dicht bij vliegveld Hilversum ligt.
De ongeveer twintig vrijwilligers verzamelen zich op de afgesproken tijd en plaats en worden ontvangen door de boswachter.
De boswachter begint met een introductie. Hij heet iedereen welkom, noemt alle namen, vertelt wat we gaan doen en waar je rekening mee moet houden.
Tijdens de introductie en tijdens het zoeken naar reekalveren vertelt de boswachter steeds iets kort over de werkzaamheden en het werkgebied. Waarom zoeken we naar reekalveren, wat is de historische waarde van het gebied, hoe wordt omgegaan met het beheer, welke dieren komen hier voor, wat is de kijk op de wolf, welke andere werkzaamheden zijn er voor vrijwilligers?
Vervolgens gaan we aan het werk. We plaatsen een vlag en lopen systematisch in een diagonale lijn door het veld. Aan de overkant plaatsen we opnieuw een vlag en lopen we in een nieuwe baan terug naar de vlag die we eerder geplaatst hebben. Iedereen heeft een stok waarmee je makkelijk tussen het hoge gras kunt kijken.
Hier een voorbeeld met een klein groepje om het laatste stukje af te maken. Normaal lopen we met +- 20 mensen een baan.
In het veld kun je de voorgaande banen die gelopen zijn terugzien. Door de vlaggen aan de zijkanten van het kamp en de voorgaande gelopen banen kun je inschatten of je recht loopt en of je geen stukken overslaat.
Konijn, verscholen in het gras
Soms vind je een haas, een ringslang, of vliegt er ineens een fazant op.
Als er een dier wordt gevonden dat niet op eigen kracht het veld uit rent of vliegt dan wordt het geholpen.
Een bezet nest wordt afgezet. Wordt er een reekalf gevonden, dan houdt iedereen positie. De boswachter bekijkt eerst de situatie. Soms rent het reekalf vanzelf weg. Door met zijn allen consequent in een diagonale schuine lijn te lopen, probeer je het wegrennende reekalf de juiste kant, richting het bos, op te sturen.
Reekalf
De boswachter pakt het reekalf met de grootste zorgvuldigheid op. Dit doe je met handschoenen aan en daarin een grote pluk gras. Hij probeert ervoor te zorgen dat er geen geuren op het reekalf komen. Het reekalf wordt in een jutte zak gestopt en aan de kant van het weiland achter het hek gelegd. Als het hele kamp is uitgezocht, begint de boer direct met maaien. Als de maaimachine klaar en weg is, dan worden de reekalf vrijgelaten door de boswachter. Aan de zijkanten van de weilanden is nog genoeg begroeiing voor de reekalf om in te verstoppen.
De taak van de vrijwilligers zit erop, nu rest alleen nog de teken controle. De ene keer vind je nul teken, de andere keer negen teken.
Tot mijn verbazing weten veel mensen niet hoe een teek er uit ziet, vandaar onderstaande video.
Het maaien kan beginnen
Op de linker afbeelding zie je een maaibalk van een schijvenmaaier (ook wel een trommelmaaier genoemd), die onderdeel is van een landbouwmachine. De maaibalk wordt gebruikt voor het maaien van gras of gewas. De maaibalk op de foto verticaal opgeklapt, in transportstand achter een tractor.
Wat je ziet:
Vier maaischijven: De ronde, metalen schijven draaien tijdens gebruik snel rond en hebben onderaan messen die het gras slaan.
Dit type machine wordt veel gebruikt in de veeteelt, bijvoorbeeld om gras te maaien voor hooi of kuilvoer.
Een gemaaid kamp
De boer en de boswachter praten niet over een veld, maar over een kamp.
Het begrip kamp wordt vaak gebruikt bij gefaseerd maaien, waarbij niet het hele terrein tegelijk wordt gemaaid, maar in delen, verspreid over de tijd. Ieder deel wordt dan een kamp genoemd.
In dit geval heeft de boer meerdere weilanden, en wordt de term kamp gebruikt om één weiland aan te duiden.
Wat is er heerlijker dan eind van de dag, met een dalende zon in de natuur zijn
Werken met vrijwilligers
Zoeken naar reekalveren is leuk en dient natuurlijk een goed doel.
Op deze manier komen mensen direct in contact met de natuur en de boswachter.
Onderschat het werken met vrijwilligers niet.
Naar mijn mening beschikken vrijwilligers over veel waardevolle kennis van uiteenlopende vakgebieden waar zij zich dagelijks mee bezighouden. Daarnaast heeft iedere vrijwilliger een eigen netwerk. Ik vind het een waardevol initiatief dat buurtbewoners en andere geïnteresseerden op deze manier, onder begeleiding van een professional, de kans krijgen om op een laagdrempelige manier kennis te maken met de natuur.
Reekalf
Genieten en natuur beschermen, wat een heerlijke combinatie.
Bedankt voor het lezen 👍 tot de volgende keer!